Onrust jakkert door mijn lichaam. Iets met willen en niet lukken. Mijn hoofd bedenkt er intussen allerlei verhalen bij.
Mijn schrijfworkshop loopt niet. En ‘t schrijft ook niet. Ik kan wel roepen dat het fantastisch gaat maar dan zou ik liegen. En dat kan ik niet; liegwerk is ogenblikkelijk van mijn smoelwerk af te lezen.
Mijn hoofd schatert iets van niet goed genoeg. Mijn hart fladdert boos terug dat het onzin is. Het is vakantietijd dus loopt het niet lekker. Ook hou ik niet van verkopen. Dat is ook duidelijk geworden.
Voordat mijn spookverhalen over een totale mislukking volledig met mij aan de loop gaan, besluit ik om mijn tuingereedschap te pakken.
Het is nog vroeg, nattig en fris. Niemand buiten; de perfecte tijd om op m’n knieën te gaan voelen wat er in de grond omgaat, wat er leeft. En wat de tegels me te vertellen hebben.
Die hebben namelijk zo hun eigen leven. En geheimen. Ertussen bevindt zich nieuw leven en soms krijg ik iets terug wat ze voor mij hebben bewaard.
Stekjes enzo. De hysterisch teruggesnoeide paarse phlox bijvoorbeeld, die het na de winter niet meer deed, bleek zich verzaaid te hebben tussen de stoeptegels. In mei heb ik wat kleine zaailingen liefdevol in de voortuin teruggeplaatst.
Een van hen bleek wat benauwd geparkeerd te zitten tussen een roze Salvia en ‘n lavendelstruikje. Ik bevrijdde het zaailingetje voorzichtig en gaf haar een ruimer plekje in de zon.
En op deze zondag barst ze tot mijn verbazing uit haar voegen, klimmen haar roze bloemen prachtig omhoog. Het oogt bijna frivool en dat in haar eentje.
Mijn borstkas zwelt van trots en van blijdschap. En ik realiseer me dat groei, waar of waarin dan ook, nooit een vanzelfsprekendheid is.
Het kan alleen plaatsvinden met ruimte, in liefde en met aandacht. En groei heeft ook iets te maken met een juiste tijd en/of plaats.
Voorzichtig verwijder ik nog wat onkruid en bevrijd een beknelde geraakte hortensia, die spontaan haar paarse bollen toont. Mijn handen bevoelen intuïtief de aarde.
Tijd. Plaats. Ruimte. Aandacht.
Af en toe knipoog ik naar mijn bloeiende zaailing.
Diep in mij voel ik ruimte ontstaan.