Ruggespraak

Er komt een foto op. Van mij en Bibi, op een betonnen pier ergens in Penmarch, Bretagne. Het doet me een beetje zeer om ernaar te kijken, waarom weet ik eigenlijk niet.

Misschien is het de eenzaamheid, met dat ene hondje op die rots, in plaats van het vaste span van twee.  Mijn lieve rare gekke vlekkenhondje, die ik zo verschrikkelijk mis.

Wandelen en fietsen met de overgebleven prinses gaat ontegenzeggelijk zoveel gemakkelijker, terwijl ik tegelijkertijd zou willen dat ik minder makkelijk zou kunnen sturen. Dat er nog getrokken werd, aan de lijn. Dat ik me zou irriteren aan de rammelende voerbak, omdat eten altijd sneller op kan worden gegeten dan het wordt opgediend.

Dat het zoveel stiller is zonder rare dovenblaf. Want omdat ze zichzelf niet meer hoorde, besloot Bo dan maar opera te gaan blaffen.

Bibi heeft er ook een handje van. Het is allemaal anders en ik kan er niet goed aan wennen. Hoeft ook niet, bijna vijftien jaar wis je niet uit in amper anderhalve maand.

Misschien zit de melancholie van de foto ook wel in het feit dat ik op die foto nog niks wist over een verschoven ruggenwervel, of een mogelijke slijtage.

Wel had ik een rammelend ruggetje, dat piepte en protesteerde. Knakte, ook. Maar ik was nog in de veronderstelling dat ik de Damloop zou wandelen, 20 kilometer lang. Want niet alles ging lekker, maar wandelen wel.

Waar ik voorheen met hardlopen nog kon verzuchten dat er ‘nog zoveel kilometers móesten’, kan ik bij een flinke wandeling blij constateren dat er nog maar liefst 9 kilometers tegoed zijn.

Eenmaal thuis ging het wandelen niet meer. De maandag voor de damloop zou ik 15 kilometer wandelen, het werden er 9 met veel pijn. Dag, damloop.

Na een hoop gedoe en onzekerheid is er nu duidelijkheid. Godzijdank geen verschuiving van rugwervels, wel is er slijtage.

En dat na 32 jaar zittend werk en pas 2 jaar duw- en trekwerk met rolstoelen, bedden en patiënten. Zittend werk geeft dus geen garantie op een intact skelet.  

Volgende week gaan mijn versleten ruggetje en ik samen naar het rugcentrum. Een veredeld woord voor een plek waar orthomanueel therapeuten, fysiotherapeuten en oefentherapeuten samenwerken op het gebied van rugklachten.

Hopelijk krijgen we het boeltje weer in het lood, netjes op een rij. Een stevige core, als basis voor de toekomst.

Zodat ik weer mensen kan rijden en rollen, met grappen en grollen. En weer lange wandelingen kan maken met mijn overgebleven prinses. Want ze wandelt zo graag.

En ik ook.

Door Odette

Hoi! Ik ben Odette en sinds 2006 blog ik over alles wat me beweegt.

4 reacties

  1. Verdrietjes en pijntjes, hoe gek.. zou het bij elkaar kunnen horen? 32 jaar zittend werk is trouwens een grotere garantie op slijtage dan je prachtige werk als karduwoloog denk ik zo maar…

    1. Ha Mabel,

      Lief van je. Natuurlijk horen verdriet en pijn bij elkaar. Hoewel mn rug eerder is begonnen, de spelbtekerT.
      Dank je wel voor je reactie 😘

  2. Ach Detje en je dacht nog wel zo in balans te zijn. Speelt het fysiek weer op. Is er bij jou ook niet sprake van overgang, dan treden dergelijke klachten ook vaak meer op. Wat ik me herinner uit die tijd was echt niet leuk en ontdekten ze artrose op verschillende plekken. Ik ben er toen zelfs op afgekeurd omdat ondanks aanpassing in de werksfeer het echt niet ging. Ik heb de klachten nog steeds en die gaan op en af. Hopelijk kunnen ze bij het rugcentrum wat voor je betekenen. Sterkte!

    1. Tja mevrouw F.,
      Balans.

      Een levenslang probleem waar ik nu hopelijk de juiste begeleiding in krijg. Core stability. Zoiets.
      Nooit te oud om te leren…

Reacties zijn gesloten.