Roos (2)

Al twee weken bivakkeert ze in mijn leven. Ik adem haar, drink, ruik en proef haar. Roos is negentien, heeft lange donkere lokken die krullen wanneer ze nat worden door regen of zweet. Roos is een meter achtenzestig, weegt achtenvijftig kilo, rookt niet en drinkt wel. Het liefst draagt ze tweedehandsjeans, met wijde pijpen, uit het jaar kruik. Helaas zijn die niet overal te krijgen dus struint ze elk eerste weekend naar de IJ-hallen, in Noord, op zoek naar haar favoriete jeans. Meestal komt ze met van alles thuis, behalve, ja precies.
Sinds afgelopen september is ze eerstejaars fysiotherapie studente en ze weet niet, of ze er volgend jaar nog wel mee doorgaat. Eigenlijk had ze medicijnen willen gaan doen maar tot haar spijt is ze uitgeloot. Ze komt niet uit een bekende doktersfamilie en ook heeft ze geen gemiddeld acht op haar examenlijst. Volgend jaar hoopt ze op een nieuwe kans. Roos barst van de vriendinnen, woont op kamers en heeft geen idee hoe je een pan op het fornuis zet. Niet zo vreemd want haar wereldse keuken zit om de hoek van haar grachtenkamertje. Chinees, Kantonees, Argentijns, Indiaas, Thais, in minder dan tien minuten ligt het gehaald of gebracht op haar bord.
Er is één donkere kant aan Roos, namelijk dat ze niet op papier wil verschijnen. Dat is vreemd want behalve onze leeftijd verschillen we niet zo gek veel van elkaar, ook al studeerde ik niet en woonde ik niet op kamers. Over veel dingen hebben we dezelfde mening, spreken we dezelfde taal. Ik vind het fijn, om mijn hoofd met Roos te delen. Allebei houden we van jazz, nadat Roos in eerste instantie steen en been klaagde over het zweverige en huppelige karakter van zulke muziek. Het is niet de enige overeenkomst.
Allebei zijn we ontegenzeglijk slordig. Niet alleen in huis, ook daarbuiten en in ons hoofd. Regelmatig lopen we onszelf in de weg. Op weg naar de badkamer verliezen we ons in een onopgemaakt bed, waarop het boek van gisteravond nog opengeslagen ligt met een vergeten gedicht. Boek opgeruimd en och hemel, wat ligt er een stof op de plank achter het bed waarop ook de wekker staat geparkeerd. Gauw een stoffig lapje pakken uit de badkamer waar diezelfde was van anderhalf uur geleden op ons ligt te wachten.
Zo leven Roos en ik al twee weken door elkaar. Ik weet welke studie ze volgend jaar gaat oppakken. Ook haar bijbaan ken ik en ik weet in welke straat ze woont. Ik ken de namen van haar vriendinnen en die van haar zusters. Alles weet ik van haar ouders want ik heb ze zelf bedacht. Het is alleen zo bijzonder frustrerend, dat het hele setje van de hele familie Van Vulpen niet van zins is, om schriftelijk mee te werken en zich op papier aan mij te openbaren.
Toch geef ik me nog niet gewonnen. Roos mag nog even in mijn hoofd blijven wonen. Uiteraard hoop ik, dat ze binnenkort uit haar schuilplaats uit mijn hoofd verdwijnt en zich op papier laat vangen. Tot die tijd wacht ik af en sta ik graag een stukje uit mijn hoofd aan haar af.

Gepubliceerd op
Gecategoriseerd als HSP

Door Odette

Hoi! Ik ben Odette en sinds 2006 blog ik over alles wat me beweegt.

7 reacties

Reacties zijn gesloten.