De kogel is door de kerk, junior heeft zijn rijbewijs gehaald. Maanden hebben we er naartoe geleefd. Dat wil zeggen theorie overhoord, kruispunten getekend, voorrangssituaties nagebootst met spullen op tafel.
Het had wat voeten in de aarde want leren autorijden gaat iets lastiger met dyslexie, zo ontdekten we halverwege de rit. Het deed een beetje denken aan de zwemlessen van vroeger maar dan toch een beetje anders. Immers daar zat ik iedere zondagmorgen braaf om half negen, nog wat slaperig, aan de rand van het zwembad. Een dampende kop koffie in de hand, in een halfslachtige poging iets wakkerder te worden.
Ook daar duurde het even voor junior de juiste slag te pakken had. Drie of vier dingen tegelijk doen in het water bleek in de praktijk moeilijker dan het eruit zag. Onder water zwemmen ging prima. Er was een mooie slag en zo soepel als een vis zwom ons kind al gauw de lengte van het zwembad over. Maar van zwemmen is het ook bekend dat het handig is wanneer je het ook bóven water kunt en op de een of ander duistere wijze bleek er dan altijd een setje ledematen niet mee te willen doen. Tot de gang er eenmaal in kwam, toen was het ook gauw bekeken. Twee maanden later was het kind drie zwemdiploma’s rijker.
Met het leren autorijden zat ik er uiteraard niet bij. Ik keek slechts toe wanneer junior de straat uitreed, soms wanneer hij het niet in de gaten had om hem zodoende niet af te leiden. In het begin ging het wegrijden nog wat onwennig, hortend en stotend. Later reed junior de straat uit, nadat hij eerst had gekeerd op onze oprit, als volleerd chauffeur. Langzamerhand groeide het zelfvertrouwen van junior in de auto en in zichzelf. De bewegingen werden vlotter en oogden soepeler. De automatische piloot van junior kwam op gang, meer nog, kwam op stoom.
Dientengevolge werd er vorige week vrijdag afgereden. Geslaagd, in één keer en met de complimenten van de examinator, die vertelde lekker ontspannen te hebben meegereden. Het was de kers op de taart in een week waarin eerder nog verbale schermutselingen waren geweest met de rijschoolman over het stuur stilhouden op een rechte weg, de weg af blijven scannen en minstens drie dingen tegelijk moeten kunnen doen. Daarnaast, zo vond de rijschool man, moest junior eens meer vertrouwen hebben in zichzelf. En laat hij dat nou net heel moeilijk vinden.
Weer beleven we een mijlpaal, mogen we een verse krijtstreep op de muur zetten. Mijn moeder zou apetrots zijn geweest; helaas kan ze het slechts op enige afstand vanaf haar wolkje meebeleven. Ik ga er tenminste van uit dat ze ergens iets van ons ziet en trots tegen haar medehemelaars opschept hoe geweldig haar kleinkind is.
Uiteraard ben ik ook supertrots en toch ben ik tegelijkertijd doodsbang. Mijn jonge vogel vliegt uit, gaat autorijden. Uit het nest, zo de boze wereld in vol verkeerspleinen, rotondes en invoegstroken, gehinderd door psychopathische gekken die hun roze kaartje óók hebben en helemáál niet fatsoenlijk rijden.
Ook zal ik eraan moeten wennen dat ik mijn auto kwijtraak.
Morgen is het zover, dan mag hij zijn roze kaartje ophalen. Een stille zucht ontsnapt uit de binnenkant van mijn moederlijk bestaan.
3 reacties
Reacties zijn gesloten.
Wat een mijlpaal, best gek lijkt me dan besef je weer hoe hard het gaat. Loslaatlastig ook maar dat komt vast goed… 💙
Ik moest lachen om die stille zucht … je stuk over junior en dan vooral de laatste alinea, lijkt mij meer een noodkreet. ;0)) Weer een stap naar volwassenheid, komt wel goed met dat joch van je.
Ik weet het lieve Ferrara maar mijn hart weet het nog niet 💋