Woorden vinden voor wat je beweegt
Dat is waar ik in beeld kom, als je dat niet voor elkaar krijgt. Hieronder lees je hoe dat ongeveer werkt.
Eigen Wijs
Als taalfilosoof wakker ik op een creatieve manier je verbeelding aan, zodat jij in contact komt met je intuïtie. Op een manier zonder dat je erover hoeft te praten of hoeft te graven.
Wanneer je sensitief bent aangelegd denk je meestal diep na over het leven en wat ermee samenhangt. Als jij over gebeurtenissen of problemen moet nadenken of erover moet praten, dan heeft jouw brein de natuurlijke neiging alle scenario’s te schetsen, inclusief de zijspoortjes en andere bochtjes. Dan “verdwijn” je al gauw in je hoofd en zit je weer middenin de situatie die je wilde beschrijven en is niet de bedoeling. Hoeft ook niet.
Hier geen graverij of therapeutisch werk: je zet stukjes van je leven in als instrument tot verwoording en verwondering, zodat je dingen in een ander licht kunt houden. Zo krijg je een ander perspectief.
Antropomorfie
In mijn werk zet ik voorwerpen in als liefdevolle co-vertellers en ghostwriters. Dat heet antropomorfie: dingen een stem geven. Anders gezegd: ik zet je in gesprek met je spullen. Veilig en vertrouwd: zo gaat het nooit direct over jou. Bovendien kennen jouw spullen je langer als vandaag en dat kunnen ze jou teruggeven.
Voorwerpen zijn nooit zomaar: ze kwamen om een reden in jouw leven. Ze geven veiligheid, afstand en houvast wanneer jij een verhaal te vertellen hebt dat je emotioneert, of wanneer iets pijnlijk is of moeilijk te verwoorden. Voorwerpen doen niet aan spelling of grammatica en ze spreken óók lichaamstaal. Reuzehandig!
Mijn vader overleed een week voor ik zeventien werd.
De avond ervoor hadden we ruzie gehad over een bord spruiten. Hij overleed in zijn slaap. Ik heb nooit afscheid van hem kunnen nemen en met die ruzie is het niet meer goed gekomen. Pas toen ik veertig werd, kon ik er iets over schrijven, met behulp van kleine papiertjes die ik in een oud, afgesloten geldkistje had gevonden. Ergens in een donker hoekje op de zolder.
Soms was het een post-it geweest, met alleen een emotie erop geschreven. Of een briefje aan mijn vader, in derde persoon enkelvoud, geschreven vanuit het perspectief van zijn oude grasmaaier, die hem lieten weten dat hij werd gemist. Deze briefjes, soms slechts afgescheurde papiertjes, gaven mij perspectief om de nacht waarin mijn vader overleed voor het eerst echt te beschrijven, zonder dat ik helemaal moest “terugzakken” in de emotie. Het gaf ruimte en afstand om die ingrijpende gebeurtenis op een andere manier te plaatsen dan ik altijd gedaan had.
Voorwerpen als Co-coaches
Het werken met voorwerpen is ontstaan vanuit mijn persoonlijke zoektocht naar veiligheid. Deze vond ik als tiener niet in de volwassenen om me heen. Scholen waren in 1987 niet toegerust op rouw. Na het overlijden van mijn vader kreeg ik geen ruimte om mijn verdriet te verwerken. Thuis werd niet over gevoelens gesproken dus werd ik meester in het ontduiken ervan. De briefjes die ik veel later terugvond, boden me houvast en gaven perspectief.
Dat is de reden waarom ik voorwerpen inzet als co-vertellers en co-coaches. Een voorwerp kan jou iets teruggeven over een moment in je leven waarop je iets spannends deed, of in flow was. Zo’n voorwerp weet bijvoorbeeld wat er met jouw handen gebeurt wanneer ze stress ervaren of juist heel ontspannen zijn. Bovendien geven voorwerpen afstand wanneer iets te dichtbij komt. Zo gaat het niet direct over jou.
Werken met voorwerpen gebeurt altijd liefdevol. Uit ervaring kan ik je vertellen dat het een bijzonder krachtige ervaring is wanneer jij een compliment ontvangt van je eigen voorwerp. Het geeft kracht wanneer jouw voorwerp je een liefdevolle boodschap teruggeeft. Zoveel meer dan wanneer iemand anders het je vertelt.
Wat uit jezelf voortkomt, bekrachtigt jou in wie je bent.
De complete shebang, niets meer, niets minder.
Mensen zoals jij en ik.