Ik voel me gevonden.
Gevonden! Ja, hier zit ik dan, om kwart voor zeven. Vroeg wakker, dat lukt weer. Te wakker om nog even te doezelen want vandaag begint 30 dagen schrijven. Gevonden. Ja, steeds meer mensen ontdekken de magie van schrijven. Het leven achterwaarts begrijpen, draden ontwarren en de rode vinden.
Vinden. Wat een vreemd woord eigenlijk.
Vin-den. Zo wordt het ineens een samengesteld woord van twee woorden die iets met mij te maken hebben.
Vin als van vis. Dat is mijn sterrenbeeld. Gevoelig en draaikonterig en meestal wat verdwaald. Dat komt, doordat wij Vissen eigenschappen hebben meegekregen uit alle 11 andere sterrenbeelden. Tja, dan raak je wel eens iets van jezelf kwijt. Jezelf vinden is dan best een uitdaging.
Een vis zwemt meestal met de stroom mee. Behalve de zalm die juist stroomopwaarts zwemt, om zijn leven en dat van zijn nakomelingen te waarborgen.
Misschien gedraag ik me wel als een zalm. Want wanneer een groep aangeeft “rechts” te willen gaan, ga ik liever “links”. Ik zoek liever mijn eigen weg, terwijl het misschien eigenlijk wel fijn zou zijn om eens achterover te leunen en me mee te laten voeren waar de stroom me brengt. Het zit er niet in.
Die vis is overigens in de Native American sterrenbeelden een wolf. Kijk en nou heb je me. Daar herken ik zo ongeveer alles in. Roedeldier zijn, onderdeel van de “kudde” en tegelijk heel goed alleen kunnen zijn, je eigen plan trekken. Niet bang voor een ferme tocht. Tempo aanpassen aan de zwakte schakel en vechten doen we echt alleen als het echt niet anders kan.
Wolven spelen bovendien veel. Het hele wolvengezin doet mee: inclusief elke wolf die in de roedel woont. Altijd oplettend om elkaar niet te beschadigen of pijn te doen.
Wat een blij stukje, zo. Oh ja wacht, ‘den’ mag natuurlijk ook nog. Vin-den.
Den, oh den. Vroeger riep ik dat ik geen ‘oh dennennaaldjes’ in mijn voeten wilde. die deden pijn aan mijn kindervoeten, in wollen sokken gestoken. Maar zo’n naaldje zat – met altijd een boom uit vaders tuin – altijd in de vloerbedekking vast gejast.
Den.
Castricum, Bergerbos, Arnhem, Bennekom. Ik ben gek op dennen. De geur, hun samenstelling. Liever niet in huis, zo zonde. Tien jaar staat zo’n den en dan mag ie twee weken binnen staan. Zo zielig. Doe ze liever buiten. Ze ruisen en fluisteren net zo veel als een loofboom doet, alleen het geluid is anders. Een andere taal.
Een Den fluistert Dens. Met naald en al, onderwijl zijn appels strooiend. die ons vertellen wat voor weer het wordt.
Gevonden.
De groep is goed gegroeid. Dus ja, ik ben gevonden.
uit: 30 dagen schrijven (een nieuwe groep is vandaag begonnen)
Je doet je naam dus alle eer aan. Succes deze maand. Bij mij op schrijfcursus is het al weken oefenen op scenes. Best lastig, voor een ‘verteller’ zoals ik.
Oh, dat staat nog wel op mijn wensenlijst, een cursus of iets met dialoog- en scèneschrijven. Leuk!