Boekie

Op 7 augustus 2022 besloot ik – nadat ik werd aangemoedigd door een Facebookvriendin – om aan een tweede boek te beginnen. Het boek kreeg als werktitel: Spaghetti en Wafels.

Gewoon, omdat het leven soms als spaghetti voelt en soms als een wafel. Lekker overzichtelijk en dodelijk saai.

Uiteraard kwam er van dat boek helemaal niets. Wie wil er nu iets lezen over spaghetti en wafels? Het is een rare combinatie en wat moet je er dan mee?

Het liet me niet los. Bij veel dingen die ik meemaakte of overpeinsde kreeg ik telkens een seintje van binnenuit. Verrek. Zou dat wafel en spaghettigedoe misschien op mijn brein kunnen slaan? Zou het er iets mee te maken kunnen hebben?

Een veel of weinig, nooit echt een goede verdeling en te vaak uit balans, zo leek het. Tegelijkertijd voelt het nooit echt uit het lood, omdat het zaakje na een flinke denk- of speelsessie altijd weer terugveert naar het midden. Daar blijft het overigens niet lang want mijn brein heeft elke dag – zo niet ieder uur – wel iets om op te kauwen.

Een haakjesbrein, dat heb ik. Over werkelijk elke gedachte, elk puzzelstukje van een fragment aan beeld of geluid, kan ik nadenken, er iets opplakken, er nog eens over nadenken én erover schrijven. Vermoeiend volgens anderen, zelf vind ik het een talent. Ik moet er niet aan denken om één van de twee te missen. Ik zou niet willen denken zonder erover te kunnen schrijven en ik wil ook niet schrijven zonder er over na te denken. Nou ja, niet over elk stukje wordt lang nagedacht: dat is ook weer zo.

Mijn haakjesbrein heeft een ingebouwde viewmaster . De link is voor iedereen van na 1980. Losse gedachten vinden altijd wel een haakje naar een anekdote, een herinnering, een beeldfragment of een geluidsfragment. Dan volgt er een stukje film in mijn hoofd waarvan ik of schater van het lachen of er tranen vloeien. Niet van verdriet maar ik ben gewoon gauw geraakt.

Niet licht geraakt: gevoelig. Dat zijn twee verschillende dingen, die lang niet iedereen begrijpt.

Op spaghettimomenten neemt de popcornfontein in mijn hoofd het over. Dat betekent dat gedachten groepjes vormen en vergaderingen houden met andere groepjes gedachten over de aanwezigheid van die verscheidenheid aan gedachten. Er wordt flink geruzied over welke gedachten(groep) voorrang zou behoeven.

Mijn gedachten zijn immers aanwezig, hebben nooit vakantie. Behalve als ik slaap en dan nóg: als ik langer dan 5 minuten uit mijn bed ben om te plassen is het feest: dan gaat het wasprogramma in mijn hoofd aan en dan slaap ik niet meer.

Wanneer het dus een beetje druk is, heb ik het over spaghetti. Is het ooit té druk? Daar kan ik helaas geen eenduidig antwoord op geven, noch een kort en bondig exemplaar. Want hoewel drukkig, leidt elk moment van spaghetti tot nieuwe inzichten, waar ik zielsgelukkig mee ben en die weer rust geven.

Wanneer dát gebeurt is het wafeltijd. Het leven overzichtelijk. Alle vragen en gedachten naast elkander, opgehokt.

Tijdelijk, tot er weer een spaghettivraag ontstaat. Dat is maar goed ook want tegen die tijd ben ik de wafels zat en de stilte ook.

De moraal van dit verhaal? Is er niet. Het is een start. En net als met hartlopen is het heel simpel: zonder start kun je niet beginnen en zonder begin heb je geen start.

Door Odette

Hoi! Ik ben Odette en sinds 2006 blog ik over alles wat me beweegt.

2 reacties

  1. Heb je hartlopen met opzet een t gegeven, vind het namelijk een woord wat bij je past. Jij loopt niet alleen met dat volle brein van je, maar ook met je hart.
    Heb je dit stuk in spaghetti geschreven? Moest namelijk twee keer lezen voor het goed landde.

Reacties zijn gesloten.